Eerste gesprek

De gynaecologen van de Roosevelt kliniek kunnen heel goed luisteren. Dat is precies wat zij doen tijdens uw eerste bezoek. U krijgt alle gelegenheid om over uw klacht te spreken waarna de gynaecoloog u een aantal vragen zal stellen. U bent ervan verzekerd dat alles wat u met de gynaecoloog bespreekt vertrouwelijk is.

U kunt zich thuis al voorbereiden op het eerste bezoek aan de Roosevelt kliniek door van tevoren onze vragenlijst in te vullen. Dat kan online of op papier. Enerzijds dient deze vragenlijst voor u als leidraad voor het gesprek, anderzijds geven de ingevulde vragen de gynaecoloog een goede indruk van uw klachten. Het consult kan hierdoor efficiënter verlopen.

Het gesprek (anamnese)

De gynaecoloog stelt u meestal eerst vragen naar de reden van uw komst. Het is raadzaam om voor het eerste bezoek uw klacht zo duidelijk mogelijk voor uzelf onder woorden te brengen. Het helpt als u van tevoren onze vragenlijst hebt ingevuld. Ook is het verstandig om voorafgaand aan het bezoek de data van uw menstruatiecyclus te hebben bijgehouden. Zeker de dagen waarop de menstruatie in de voorgaande maanden begon.

Tijdens het eerste gesprek vraagt de gynaecoloog naar uw algehele gezondheid, bijzonderheden in uw familie, medicijngebruik en naar eventuele eerdere zwangerschappen en bevallingen. Ook kan hij u vragen stellen over seks. U hoeft zich hierbij niet te schamen; alles wat u bespreekt is vertrouwelijk. Als u vervelende ervaringen hebt op seksueel gebied kunt u dit aan de gynaecoloog vertellen.

Indien nodig volgt na het gesprek een lichamelijk onderzoek. Dit kan een uitwendig en/of een inwendig onderzoek zijn. Bij een uitwendig onderzoek voelt de gynaecoloog aan uw buik en bekijkt hij de uitwendige geslachtsorganen. Bij een inwendig onderzoek bekijkt de gynaecoloog met behulp van een spreider de schede, de baarmoedermond en uw baarmoeder, de eileiders en eierstokken.

Het gynaecologisch onderzoek

Het gynaecologisch onderzoek verloopt voor u prettiger als u zich zo ontspannen mogelijk voelt. Onze gynaecologen doen er alles aan om u op uw gemak te stellen. Hebt u vragen over de instructies of is iets niet duidelijk, laat dit dan weten. Het onderzoek begint pas als u daar klaar voor bent.

U krijgt eerst de gelegenheid om u uit te kleden waarbij u uw bovenkleding en sokken mag aanhouden. Het inwendig onderzoek verloopt gemakkelijker met een lege blaas. Het is daarom verstandig om voor het onderzoek nog even naar de wc te gaan. Nadat u zich uitgekleed hebt, neemt u plaats op de gynaecologische stoel. Op deze stoel ligt u op uw rug, met beide benen opgetrokken en gespreid. Uw benen liggen in de beensteunen. Om de bekkenbodem zo goed mogelijk te ontspannen, schuift u uw billen iets over de rand van de onderzoekbank. Als u wilt, kunt u de gynaecoloog een spiegel vragen zodat u tijdens het onderzoek kunt meekijken. Het gynaecologisch onderzoek kan ook tijdens de menstruatie plaatsvinden.

Uitwendig onderzoek

De gynaecoloog bekijkt tijdens het uitwendig onderzoek eerst naar de uitwendige geslachtsorganen. Hij spreidt de schaamlippen en bekijkt de huid rond de schede, de vorm en de ontwikkeling van de schaamlippen en de clitoris. Ook let hij op de kleur, de beharing, en eventuele zwellingen of afwijkingen.

Inwendig onderzoek

Na het uitwendige onderzoek volgt het inwendige onderzoek. Hierbij brengt de gynaecoloog een (verwarmde) spreider (speculum, eendenbek) naar binnen om de schede en de baarmoedermond te kunnen zien. Het inbrengen van de spreider gaat het gemakkelijkst als u uw billen zover mogelijk over de rand van de stoel schuift en de benen open laat vallen. Eerst spreidt de gynaecoloog de schaamlippen. Als u licht perst terwijl de spreider wordt ingebracht, opent de schede zich iets. Het inbrengen doet in principe geen pijn. Na het inbrengen opent de gynaecoloog de spreider. Zo kan hij de baarmoedermond beoordelen en indien nodig een uitstrijkje maken of een kweek afnemen. Het uitnemen van de spreider verloopt gemakkelijker als u licht perst en probeert te ontspannen. Bij het onderzoeken van de inwendige geslachtsorganen brengt de gynaecoloog een of twee vingers in de schede en voelt met de andere hand op uw buik (vaginaal toucher). Dit doet bijna nooit pijn. Hij bekijkt de ligging en de grootte van de baarmoeder, beoordeelt de eierstokken en onderzoekt bij klachten de pijnlijke plek.

Na het gynaecologisch onderzoek laat de gynaecoloog eventueel nog een echo maken. Nadat u zich hebt aangekleed bespreekt hij met u zijn bevindingen en geeft hij aan wat de volgende stappen kunnen zijn.

Waarom wordt u naar de gynaecoloog verwezen?

De meest voorkomende redenen zijn:

Hoe zien de geslachtsorganen er uit?

De uitwendige geslachtsorganen (genitalia externa)

De huid rond de schede, de schaamlippen en de clitoris noemt men de uitwendige geslachtsorganen. Een ander woord is vulva. De buitenste, grote schaamlippen (labia majora) (3a) zijn behaard. De binnenste, kleine schaamlippen (labia minora) (3b) zijn onbehaard. Zij steken meestal meer naar buiten dan de grote schaamlippen. Aan de bovenzijde van de binnenste schaamlippen bevindt zich de clitoris (1). Tussen de binnenste schaamlippen bevindt zich de toegang tot de schede (vagina) (4). Net boven de ingang van de schede ligt de opening van de plasbuis (urethra) (2). In de ingang van de vagina bevindt zich het maagdenvlies (hymen) of een restant hiervan. Boven in de schede bevindt zich de baarmoedermond (cervix); dit is het onderste deel van de baarmoeder.

De inwendige geslachtsorganen (genitalia interna)

De baarmoedermond (1) gaat over in de baarmoederhals. De smalle opening hierin is verbonden met de holte van de baarmoeder (2). Baarmoeder, eierstokken (3) en eileiders (4) liggen in de buikholte en zijn dus niet zichtbaar. Wel kan de gynaecoloog ze voelen bij inwendig onderzoek en zien met behulp van een echo.