Woordenlijst Gynaecologie
Adenomyose | baarmoederslijmvlies dat in de baarmoederspier gegroeid is |
Anti-hormoon | een synthetisch hormoon dat de aanmaak van eigen hormonenbeïnvloedt |
Ballon-methode | operatie waarbij de gynaecoloog een ballon met hete vloeistof in debaarmoeder brengt; de hete ballon verschroeit het baarmoederslijmvlies |
Curettage | kleine operatie waarbij de gynaecoloog het baarmoederslijmvlies meteen dun lepeltje weg schraapt (schoonmaken van de baarmoeder) |
Endometriose | baarmoederslijmvlies dat zich bevindt op een andere plaats dan in debaarmoeder |
Endometrium | baarmoederslijmvlies |
Hysteroscopische operatie | operatie via een dun buisje dat de gynaecoloog in de baarmoeder brengt |
Menstruatie | maandelijkse bloeding |
Menstruatiecyclus | de tijd die verloopt tussen de eerste dag van twee menstruaties |
Myoom | een goedaardige spierknobbel die uitgaat van de wand van debaarmoeder |
Oestrogeen | vrouwelijk hormoon uit de eierstokken |
Overgang | de periode rond de laatste menstruatie (gewoonlijk rond het 52ste levensjaar) |
Poliep | een gezwelletje dat in de baarmoederholte groeit; bijna altijd is hetgoedaardig |
Post-menopauze | de periode na de laatste menstruatie; gemiddeld begint deze rond het 52ste jaar |
Progesteron | vrouwelijk hormoon uit de eierstokken |
Progestageen | medicijn dat dezelfde eigenschappen heeft als het door het lichaamgemaakte progesteron |
Rollerbolmethode | operatie waarbij het baarmoederslijmvlies met een verhit bolletjeverschroeid wordt |
Trombose | vorming van stolsel in een bloedvat |
Uterus | baarmoeder |
Uterusextirpatie | verwijdering van de baarmoeder |